Handleiding voor de
Tascam DP-006 digitale recorder.
©J.Geus September 2016, Mei 2021.
Inleiding.
Hoewel de meegeleverde gebruiksaanwijzing, welliswaar in het engels, best duidelijk genoeg is vond ik het, nu ik een jaar in bezit van het apparaat ben, toch leuk deze zelf geschreven gebruiksaanwijzing aan het Internet toe te vertrouwen.
Naast dat ik in zal gaan op de mogelijkheden en de bediening van het apparaat zal ik in deze pagina ook ingaan op de techniek en valkuilen die je als opname-geluids-technicus moet kennen om een goede opname met meersporentechniek te maken en zodoende alle gebruiksmogelijkheden van de Tascam DP-006 volledig te kunnen uitnutten.
Beschrijving van het apparaat.
De Tascam DP-006 is eigenlijk een muziekopname studio in zakformaat. Het apparaat is te vergelijken met een meersporen bandrecorder welke je in grote muziekopname studio's compleet met mengtafel tegenkomt.
Op de verschillende opnamesporen kunnen onafhankelijk muziek- of zangpartijen worden opgenomen en daar na weer worden afgespeeld. De partijen kunnen naar behoefte steeds opnieuw worden opgenomen net zolang tot het resultaat van de opname helemaal foutloos is.
Na het opnemen van alle muziekpartijen kunnen deze worden (af)gemixed tot een finale stereo Master-spoor.
De Tascam DP-006 digitale recorder beschikt over vier aparte opnamesporen, waarbij spoor drie en/of vier zowel als Stereo- of Mono-spoor gebruikt kunnen worden.
In het geval dat de sporen drie en vier als Stereo spoor gebruikt worden zijn er effectief dus zes (2 x Mono + 2 x L + 2 x R) muzieksporen te gebruiken.
De Tascam DP-006 heeft twee Jackplug ingangen waar op een Microfoon of Muziekinstrumenten als een keyboard of electrische gitaar rechtstreeks aangesloten kunnen worden. Verder beschikt de Tascam DP-006 ook nog over twee ingebouwde electreet-microfoons aan de voorzijde om direct muziek mee te kunnen vastleggen.
Aansluitingen
Aan de achterzijde van de Tascam zijn twee 1/4 inch mono-Jackplug ingangen: Input A en Input B om rechtstreeks muziekinstrumenten als electrische (bas)gitaar, piano of keyboard op de Tascam aan te sluiten. De jackplug ingangen A en B kunnen ook als microfooningangen ingesteld worden.
Op de voorzijde zitten twee ingebouwde electreet-microfoons mic-A en mic-B, welke corresponderen met Input A en Input B.
Op de linkerzijde van de Tascam zit een 1/8 inch stereo-Jackplug aansluiting om een hoofdtelefoon of versterkerkabel op aan te sluiten.
Aan de rechterzijde van de Tascam zit een aansluiting voor een externe voedingsadapter van 5 volt gelijkspanning en een mini USB aansluiting om met een (meegeleverde) USB kabel digitale muziek bestanden tussen de Tascam en de home-computer mee uit te kunnen wisselen.
De Tascam recorder heeft rechtsboven op het apparaat een Liquid Chrystal Display (LCD) schermpje om de status en werking van de recorder aan de gebruiker te tonen.
Per geselecteerde (menu)functie worden er op de recorder functie-specifieke schermen getoond die bij de uitleg per functie beschreven
zullen worden.
In dit hoofdstuk beschijf ik wat te zien is op het z.g.n. Home scherm, het scherm dat bij normaal opname of afspeel bedrijf
te zien is :
Opmerking:
- Het Home scherm is vanuit elke functie altijd op te roepen door op het HOME knopje te drukken.
Linksboven op het scherm staat een text-balkje dat aangeeft in welke record-mode de Tascam ingesteld is.
Dit kan, afhankelijk van de keuze die bij REC MODE gemaakt is, zijn :
- Multi-Track.
De "normale" opname en weergave bedrijfstoestand.
- Bounce.
Samenvoegen van eerder opgenomen sporen.
- Master Rec.
Mixen van het finale eindresultaat in een "Master" file.
- Master Play.
Afspelen van een "Master" bestand
Rechtsboven staan twee symbooltjes die respectievelijk de aanwezigheid van een SD-geheugenkaart en de Batterij status aangeven.
Als er op de Tascam een Netvoedingsadapter is aangesloten verandert het batterij symbooltje in een klein Stekker symbooltje.
Links van de positieteller, op de tweede regel, staat een symbool dat aangeeft of de recorder
Gestopt (Blokje) / Afspeelt (Driehoekje) / of Opneemt (Cirkeltje).
Op de tweede regel is er een positieteller dat de plaats in de SONG in uren-minuten-seconden-frames aangeeft. met behulp van deze teller kan je handmatig direct naar een plaats in de SONG springen.
Linksonder op het scherm staat een z.g.n. 'schermspecifieke functietoets aanduiding'. In dit geval dat met het indrukken van het knopje onder het woord TUNER de muziekinstrument stem functie geopend kan worden.
Per functie-scherm zullen er op de onderste regel verschillende 'schermspecifieke functietoets aanduidingen' boven de vier mogelijke functie-knopjes verschijnen.
De rest van het Home-scherm wordt gevuld met niveau balkjes die de aanwezigheid van, en geluidsniveau's op, de individueele
Input kanalen en sporen aangeven.
- De twee balkjes boven de letters A en B geven het opname-geluidsniveau van het signaal op input-A en input-B weer.
- Het balkje boven de cijfers 1 t/m 4 geven het geluidsniveau van het signaal op de respectievelijke opname-sporen aan.
Voor mono sporen is dit een solide balk en voor een stereo spoor is dit een (in linker en rechter kanaal) opgesplitste balk.
- De twee balkjes boven de letters L en R geven het geluidsniveau op de Monitor/Hoofdtelefoon uitgang aan.
Bij BOUNCE en MASTER REC geeft dit het opname-niveau van het gecombineerde sporensignaal aan.
SD geheugenkaart.
Opnames die met de Tascam gemaakt zijn worden opgeslagen op een SD-geheugenkaart. Deze kaart zit aan de onderkant van de Tascam achter het batterijencompartiment.
Om een ongebruikte SD-kaart als opslagmedium te kunnen gebruiken moet deze eerst geformatteerd (ingedeeld) worden in het formaat dat de Tascam gebruikt.
De geheugenkaart wordt bij het formatteren in twee delen opgedeeld:
- Een MTR partitie. (MTR staat voor MusicTrack). Hier worden de opgenomen Songs opgeslagen.
- Een FAT partitie. (FAT staat voor File Attribute Table) Dit is het formaat dat homecomputers voor schijfopslag van bestanden gebruiken.
De FAT partitie wordt gebruikt om muziekbestanden via de USB-kabel met de homecomputer uit te wisselen.
Als de SD-geheugenkaart groter dan 4Gb is kunnen er meer dan één MTR partities gemaakt worden en moet de grootte van deze MTR partities, bij het formatteren, gekozen worden tussen 2, 4 , 8 of 16 Gb.
Er kunnen nooit meer dan 4 MTR partities gebruikt worden.
De grootte van de FAT partitie ligt vast en is afhankelijk van de grootte van de SD-geheugenkaart volgens volgend schema:
SD-kaart kapaciteit | FAT partitie | MTR partitie |
32Gb | 4Gb | 4x2Gb, 4x4Gb, 3x8Gb*, of 1x16Gb |
16Gb | 4Gb | 4x2Gb, 3x4Gb* of 1x8Gb |
8Gb | 2Gb | 3x2Gb* of 1x4Gb |
4Gb | 2Gb | 1x2Gb Fixed |
2Gb | 1Gb | 1x1Gb Fixed |
1Gb | 512Mb | 1x512Mb Fixed |
512Mb | 256Mb | 1x256Mb Fixed |
* = meest optimale benutting van de SD-Card
Card menu.
Met de menu optie CARD kunnen de volgende functies worden uitgevoerd:
- PARTITION: Selecteer de actieve MTR partition (alleen van toepassing als er meer dan één MTR partities op de geheugenkaart staan).
- FORMAT: Indelen van de SD-kaart voor gebruik op de Tascam.
- REFORMAT: (her)Formatteren van de MTR partition.
- FAT REFORMAT (her)Formatteren van de FAT partition.
- SD INITIALIZE: Initialiseer volledige SD-card om het weer op een ander apparaat als geheugenkaart te kunnen gebruiken.
Opmerking:
- De met de Tascam mee geleverde SD-geheugenkaart van 4Mb is al voorgeformatteerd en bevat al enige bestanden, zoals digitale Manual's en een DEMO song om alvast mee te kunnen expirimenteren.
Let op !
- Voor alle Formatteer functies geldt dat zij ALLE bestaande bestanden in de gekozen partitie op de geheugenkaart overschrijven !
Information menu.
Met de menu optie Information kunnen vier schermpjes met actueele informatie over de Tascam worden bekeken.
De volgende vier schermen worden getoond:
- SONG:
- Nummer van de actieve MTR partitie. (1-4)
- Naam van de actieve Song.
- Resterende beschikbare opnametijd in minuten.
- CARD:
- De gegeugengrootte en het aantal MTR partities op de SD-geheugencard.
- De grootte van de FAT partitie op de SD-geheugenkaart.
- SYSTEM: Actueele systeeminstellingen.
- Repeat intervaltijd.
- Auto power save wachttijd.
- Schermcontrast instelling.
- Versienummer van de bestuuringssoftware.
Song menu.
Op de Tascam worden de muziekbestanden per muziekstuk opgeslagen en ge-manipuleerd. Op de Tascam heet een muziekstuk een SONG.
Om met muziekstuk aan de slag te kunnen gaan moet deze eerst in het geheugen van de Tascam worden geladen.
Met de menu optie SONG kunnen de volgende functies worden uitgevoerd:
- LOAD
- Selecteer met het Data-wiel het gewenste muziekstuk uit een lijst met de beschikbare SONGs.
- De SONG die momenteel geladen is heeft een sterretje achter de naam staan.
- Om te laden de EXEC toets drukken.
- Bij het laden van een SONG wordt eerst de SONG, die al geladen was, op de SD-geheugenkaart opgeslagen.
- SAVE
- Opslaan van de aktieve SONG.
- Bij uitzetten van de Tascam wordt de huidige SONG automatisch opgeslagen. Hier bij wordt de Wijzigingshistorie voor de SONG gewist !
- CREATE
- Maak een nieuwe (lege) SONG.
- De naam van de song wordt SONGxxx waar bij xxx een door de Tascam bepaald vrij volgnummer is. De naam kan, voor dat de song aangemaakt wordt, ook nog aangepast worden naar een voor de gebruiker meer zinvolle naam.
COPY
- Copieër de geselecteerde SONG(s) naar een andere MTR Partitie of maak een copy in dezelfde MTR partitie.
- Selecteer met het Datawiel de SONGs die gecopieërd moeten worden.
- Druk op de knop onder EXEC om te bevestigen
- ERASE
- Verwijder de geselecteerde SONG(s).
- NAME EDIT
- : Wijzig de naam van de onderhavige SONG.
- PROTECT
- Maak de aktieve SONG write-protected of verwijder de write-protect status van de SONG.
- Een "protected" Song kan niet worden verwijderd (ERASE), met Track-Edit aangepast worden of er met de REC knop opnames aan toevoegen/wijzigen.
- Voor een "protected" SONG wordt bij uitzetten van de Tascam-recorder de wijzigings-historie niet verwijderd.
Opname spoor 3 en 4 kunnen zowel als Mono-spoor of Stereo-spoor worden gebruikt.
Met de menu optie TRACK TYPE kan per spoor 3 en/of 4 ingesteld worden of het als Stereo of Mono kanaal gebruikt wordt.
Opmerking:
- Als het track type verandert wordt dan wordt een bestaande opname op dat spoor eerst gewist.
Op het HOME scherm verandert de grafische niveau-aanduiding voor kanaal 3 en/of 4 van een gesplitste (stereo) vertikale balk in een enkele vertikale balk (mono).
Preference menu.
Met de menu optie PREFERENCE kunnen er een aantal instellingen naar je persoonlijke voorkeur worden ingesteld.
Druk op de knop MENU en selecteer vervolgens met het datawiel PREFERENCE om het voorkeursscherm te openen.
De volgende instellingen kunnen worden gemaakt :
- Repeat Int. Voor de pauze tijd bij herhaald afspelen.
- Auto Pwr Save. Voor de tijd waar na de Tascam zichzelf automatisch uitschakelt.
- Contrast. Voor het contrast van de letters en symbooltjes op het scherm.
- Initialize. Als je deze optie selecteert en op de EXEC knop drukt worden de PREFERENCE waarden
naar de fabrieksinstelling terug gezet.
Voor het maken van een opname moeten de volgende zaken ingesteld worden:
- De Input setting voor Input A en/of Input B.
- De Monitor setting.
- Toewijzen van een input kanaal aan een opname-spoor.
- Keuze van het op te nemen opname-spoor of sporen.
Met de knop INPUT SETTING verschijnt het scherm waar mee de twee input kanalen A, en B ingesteld kunnen worden.
Selecteer met de Pijltjes knopjes (op en neer) welk input kanaal je wilt instellen en kies door met
het data-wiel te draaien één van de beschikbare mogelijkheden.
Per input kan uit de volgende mogelijkheden worden gekozen:
Ingangskanaal | Mogelijke instelling |
Input-A | Off |
Int-Mic Low |
Int-Mic Mid |
Int-Mic High |
Line/Guitar |
Line/Guitar Mid |
Line/Guitar High |
Microphone |
Input-B | Off |
Int-Mic Low |
Int-Mic Mid |
Int-Mic High |
Line |
Line Mid |
Line High |
Microphone |
Opmerking:
- Low, Mid en High bepalen de gevoeligheid van de betreffende Ingang. Als het geluids-niveau van de op te nemen muziek onbekent is, begin dan met Low. Als de niveau regelaar voor het kanaal op maximaal staat en het geluidsniveau nog te laag is stel je de Ingang op Mid in. Bij nog te laag niveau kan gevoeligheid High worden gekozen.
- De Jackplug ingang voor Input-A kan met een schakelaartje aan de linkerkant van de Tascam omgezet worden voor Mirofoon-Line (impedantie 10 K-ohm) of Gitaar (impedantie 1 M-ohm).
Een gitaar element heeft vaak een hoge impedantie (weerstand) waar door ook op de Tascam de ingangs-impedantie voor dit instrument op een hoge waarde gezet moet worden.
Instellen van de monitor-mode.
Vervolgens kan voor de twee ingangen ook de Monitor-setting er van worden ingesteld tussen:
Monitor(en) is het jezelf, tijdens het inspelen-of zingen, terughoren over de luidsprekers of hoofdtelefoon.
De monitor-setting bepaald hoe het signaal dat via input A en of B binnenkomt direct over luidsprekers of hoofdtelefoon wordt weergegeven. Bij instelling Stereo wordt Input A over het linker en Input B over het rechterkanaal van versterker of hoofdtelefoon weergegeven.
Bij de instelling Mono x2 wordt zowel input-A als input-B gelijk over beide kanalen weergegeven.
Deze setting heeft GEEN invloed op hoe, bij afspelen van opgenomen sporen, het geluid over het linker- en rechterkanaal van versterker of hoofdtelefoon wordt weergegeven, maar heeft wel invloed op waar aanvullende partijen, die tijdens Bounce of Master-Rec worden opgenomen, terecht komen.
Als een Input kanaal is ingesteld op de ingebouwde microfoon zal het geluid hier van alleen via de monitor-speaker (of hoofdtelefoon) te horen zijn als er ook een opnamespoor geselecteerd is (rood knipperend lampje). Uitzondering hier op is in Master-Rec mode.
Ingang aan opnamespoor toewijzen.
Met de knop ASSIGN verschijnt het scherm waar mee je een inputkanaal aan een opnamespoor toewijst.
Voor een MONO kanaal kunnen met het data-wiel de volgende keuzes gemaakt worden:
Input aan MONO kanaal Toewijzen |
Spoor 1,2,(3,4) |
A | Input-A komt op dit opnamespoor. |
B | Input-B komt op dit opnamespoor. |
Voor een STEREO kanaal kunnen met het data-wiel de volgende keuzes gemaakt worden:
Input aan STEREO kanaal Toewijzen |
Spoor 3,4 |
A-A | Input-A komt op linker, èn rechterkanaal van dit opnamespoor. |
A-B | Input-A komt op linker, en Input-B op rechterkanaal van dit opnamespoor.
|
B-A | Input-B komt op linker, en Input-A op rechterkanaal van dit opnamespoor.
|
B-B | Input-B komt op linker, èn rechterkanaal van dit opnamespoor. |
Muziek of zang opnemen.
- Selecteer het spoor waar op opgenomen zal worden door het indrukken van het overeenkomstige witte REC knopje onder het spoor. Het rode lampje bij dit knopje gaat nu knipperen.
- Regel met de Oranje niveau regelaars voor Input-A en/of Input-B het geluidsniveau van de opname.
Het niveau wordt grafisch bij het betreffende kana(a)l(en) en het geselecteerde opnamespo(o)r(en) weergegeven.
(alle andere knoppen hebben voor het "kaal" opnemen geen functie.)
- Regel met de Oranje Master regelaar het geluidsniveau voor het monitoren van het inputsignaal. (dit heeft geen invloed op het opname niveau)
- Druk gelijktijdig het rode OPNAME, en de PLAY knop in om de opname te starten. Het rode REC-lampje stopt met knipperen. Deze en het lampje bij de rode REC knop branden nu continue.
- Druk op de STOP knop om de opname te beëindigen.
Opmerking:
- Bij het selecteren van een Stereo kanaal kan het geluid van zowel Input A en Input B tegelijkertijd opgenomen worden.
Het is ook mogelijk om op twee Mono sporen tegelijkertijd op te nemen. Selecteer hier voor dan TWEE mono-sporen voor opname.
Afhankelijk van het karakter van deze opname kan dit dan ook als een samengestelde Stereo opname op twee mono-sporen gezien worden.
Sporen waar reeds een muziekpartij op is opgenomen kunnen op de volgende wijze afgespeeld worden :
- Door op de PLAY knop te drukken begint het afspelen van de song die geladen is.
Dit kan je op het HOME scherm zien doordat de positie teller begint te lopen, en de vertikale geluids-niveau balkjes op en neer gaan bewegen.
- Regel met de Blauwe regelaars het geluids-niveau voor ieder individueel opname spoor.
- Regel met de Witte PAN/Balance regelaars de verhouding tussen Links en Rechts voor het geluid van het opname spoor.
- Regel met de Oranje Master niveau-regelaar het totale geluidsniveau.
- Druk op de STOP knop om het afspelen te beëindigen.
Voor en Achteruit spoelen.
Boven de STOP knop bevinden zich twee "doorspoel" knoppen. De linker << knop om terug te spoelen en de rechter >> knop om vooruit te spoelen.
Als het afspelen gestopt is kan de snelheid waarmee voor- of achteruit gespoeld wordt door herhaald indrukken van de spoel-knop in vier stappen opgevoerd worden in 10x, 50x, 100x, en 1000x de normale afspeelsnelheid.
Als de juiste positie bereikt is wordt met de STOP knop het spoelen gestopt.
Tijdens afspelen kan ook voor- of achteruit gespoeld worden door het continue ingedrukt houden van de << of >> knop.
De snelheid is nu altijd 10x de normale afspeelsnelheid. Het spoelen stopt als de knop wordt losgelaten.
Op het Home scherm van de Tascam staat een teller die de positie, in tijd, in de Song aangeeft. De teller bestaat uit vier cijfers: Uren, Minuten, Seconden en Frames. Er zitten 30 Frames in een seconde.
Als het afspelen gestopt is zie je onder één van de vier cijfers een steepje (cursor) staan. Door met het data-wiel te draaien kan je dit onderstreepte cijfer verhogen of verlagen, en zodoende het punt in het muziekstuk, waar je naar wilt luisteren of wilt overschrijven met een nieuwe opname, selecteren.
Met de HOME knop wordt de cursor naar het volgende cijfer verplaatst.
Je kunt op deze manier dus met een nauwkeurigheid van 1/30 seconde de plaats in het muziekstuk bepalen !
RTZ en LRP.
Als de voor->> of achteruit-<< spoel-knop samen met de STOP
knop ingedrukt wordt gebruik je de RTZ of LRP functie.
Met RTZ (Return To Zero) positioneer je direct naar het beginpunt (00:00:00:00) van iedere opname.
Met LRP (Last Recorded Point) positioneer je direct naar het punt in de opname waar de laatst opgenomen muziek/zang-partij begint.
Dubb-en.
Dubb-en is een term die bij de studio muziekopname techniek gebruikt wordt. Het betekent het opnemen van een muziekpartij terwijl tegelijkertijd één of meer eerder opgenomen muziekparijen van hetzelfde muziekstuk afgespeeld worden.
Voor de '60-er jaren (van de 20-ste eeuw) moest een opname van een muziekstuk waar meerdere instrumenten in meespeelden in één keer opgenomen worden. Als één van de muzikanten tijdens de opname een fout maakte moest de hele opname opnieuw gedaan worden en moesten alle muzikanten alles weer opnieuw spelen. Pas toen er bandrecorders kwamen die tegelijk konden opnemen en afspelen kon muziek
partij-voor-partij worden opgenomen, en uiteindelijk tot een kompleet muziekstuk gemixed worden.
Ook de digitale Tascam DP-006 recorder kan simultaan opnemen en afspelen (en nog meer ! maar dat later)
Ga voor het maken van een opname terwijl er afgespeeld wordt op de Tascam als volgt te werk:
- Regel het afspeelgeluid zoals beschreven bij afspelen.
- Bereid de opname voor zoals beschreven bij opnemen.
- Druk gelijktijdig op REC en PLAY.
- Over de monitor speakers (of hoofdtelefoon) klinkt nu het deel van de Song dat al eerder is opgenomen.
- Via Input-A en/of Input-B kan het geselecteerde spoor nu synchroon met eerder geregistreerde sporen opgenomen worden.
- Druk op de STOP knop om de opname te beëindigen.
Tip:
- Om ongewilde vermenging van opnamesporen te voorkomen moet je er voor zorgen dat het geluid van eerder opgenomen sporen niet via de microfoon bij de nieuw op te nemen muziek-partij terecht kan komen.
Het beste is om in dit geval geen monitorluidsprekers maar een hoofdtelefoon te gebruiken.
Punch-in Punch-out. (Tip-ex functie)
In de tijd van voor de textverwerkers op computers waar brieven en boeken op een typemachine gemaakt werden
had je kleine flesjes met witte verf en een klein kwastje om bij typefouten de foute letter wit te kunnen maken en daar overheen de goede letter te typen, zodat je niet de hele brief opnieuw hoeft te typen.
Hier moet je ook aan denken bij wat er in dit hoofdstuk wordt beschreven :
Als er in een bepaalde muziekpartij iets voorkomt dat niet helemaal juist is, bijvoorbeeld bij het spelen van een muziekstuk is er een valse noot gespeeld of zo iets, kan je er voor kiezen het hele muziekstuk opnieuw te spelen en op te nemen.
Je kan er ook voor kiezen om alleen het kleine stukje dat fout is opnieuw in te spelen.
Dit kan je als volgt doen:
- Selecteer het spoor waar de correctie op gedaan moet worden met de REC knop onder dat spoor. (het rode lampje knippert nu).
- Begin het afspelen een stuk vóór het deel dat vervangen moet worden met de PLAY knop.
- Druk nu juist op het moment dat de foute passage komt snel en precies op de REC knop. (Punch-In).
- Speel of zing de passage nu foutloos in.
- Druk aan het eind van de passage op de PLAY knop om het normale afspelen weer te hervatten. (Punch-Out).
Opmerkingen:
- In plaats van de PLAY knop aan het eind van de correctie-passage te gebruiken kan je ook de STOP knop indrukken.
- Het Punch-en moet wel nauwkeurig gedaan worden zodat het later niet meer te horen is dat er een stukje opnieuw is opgenomen.
- Mocht het toch niet helemaal goed gelukt zijn kan je altijd met de UN/REDO knop alles terugzetten en het opnieuw proberen.
Voor bepaalde functies op de Tascam is het nodig aan te geven op welke plaats in de SONG de bewerking moet beginnen en eindigen. Dit moet worden aangegeven met het vastleggen van zogenaamde IN- en OUT-punten.
- Druk op de knop IN/OUT boven aan de recorder om het I/O Setting scherm te openen.
Er zijn twee manieren om IN- en OUT-punten vast te leggen:
- Capture methode.
- Je kan met de PLAY, >>, << en STOP toetsen naar de opname luisteren
en dan op het juiste moment
rechts onder het schermpje met de knopjes onder het woord CAPTURE een IN- en een OUT-punt vastleggen.
- Directe (edit) methode.
- Als je onder het scherm op de EDIT knop drukt kan je in het scherm een IN- en OUT-punt rechtstreeks in uren, minuten, seconden en frames opgeven vergelijkbaar met het positioneren met het datawiel.
- Druk op de knop onder BACK om de edit functie te verlaten.
Druk op de knop onder EXIT op het scherm of nogmaals op de IN/OUT knop om I/O Settings te verlaten.
Herhaald (Repeat) afspelen.
Met de REPEAT knop is het mogelijk om een bepaald deel van de opgenomen song herhaald af te spelen.
Om de REPEAT functie te gebruiken moet eerst opgegeven worden op welk punt in de opname het, af te spelen, muzieksegment begint en eindigt. Dit doe je door het vastleggen van een
IN(start)-punt en een OUT(eind)-punt in de opname.
Als de REPEAT knop wordt gebruikt zal het gekozen opname fragment nu herhaald afgespeeld blijven worden.
Bij het opnieuw beginnen wordt er kort gepauseerd. De duur van de pauze kan in het PREFERENCE (voorkeurs menu)
bepaald worden.
Als je de REPEAT knop indrukt begint de Tascam direct met afspelen en zal er in het scherm een, naar zichzelf wijzend, pijltje komen om aan te geven dat er herhaald wordt afgespeeld.
- Tijdens Herhaald afspelen (Repeat mode) kunnen geen IN- en OUT punten worden vastgelegd.
Sporen Edit menu.
Met het Track Edit menu is het mogelijk om op het niveau van individueele sporen, wijzigingen in de Song aan te brengen.
Voor de Digitale opname-techniek was het met Analoge bandopname apparatuur wel mogelijk om delen uit een muziekopname te
verwijderen of delen juist in te voegen. Dit gebeurde toen letterlijk door stukjes opname-tape met een schaar uit de opname weg
te knippen of met plakband stukken tape aan de opname toe te voegen.
Volgens mij komen hier ook de begrippen Knippen (Cut) en Plakken (Paste) vandaan.
De Tascam-recorder kan dit ook allemaal maar dan óók nog voor één of enkele spo(o)r(en) apart.
Het TRACK EDIT menu gebruiken gaat als volgt:
- Druk op de MENU knop en selecteer met het Datawiel TRACK EDIT.
Je ziet nu een lijst met de verschillende EDIT opties die allen met een klein tekeningetje, dat de bedoeling van de EDIT optie illustreert, zijn voorzien.
Clone
Met de optie CLONE TRACK kan een opname-spoor direct naar een ander spoor gecopieërd worden.
- Selecteer met het Datawiel de optie CLONE TRACK
- Geef bij Source TRK met het Datawiel het nummer van het bron spoor op. (dit kan ook een 2 x monospoor-paar zijn)
- Ga met het 'pijltje naar beneden' knopje naar Destination Track en selecteer het nummer van het bestemmingsspoor.
- Bevestig met EXEC.
Clean-out
Met de optie CLEAN out kan een gehele track uit de opname gewist worden.
- Selecteer met het Datawiel de optie CLEAN OUT.
- Geef bij CLEAN OUT TRK het nummer van het spo(o)r(en) op.
- Bevestig met EXEC.
Silence
Met de Silence optie kan er een deel van een opnamespoor gewist worden.
- Geef (eerst)met het IN/OUT scherm het begin en eindpunt op waar tussen de opname gewist moet worden.
- Selecteer met het Datawiel de optie SILENCE.
- Geef bij SILENCE TRK het nummer van het spo(o)r(en) op.
- Je ziet de actueele In en OUT punten in het schermpje staan.
- Bevestig met EXEC.
Cut (Knippen)
Met de optie Knippen (Cut) wordt er een deel van de opname uit de SONG verwijderd.
- Geef (eerst)met het IN/OUT scherm het begin en eindpunt in de opname op dat verwijderd moet worden.
- Selecteer met het Datawiel de optie CUT.
- Geef bij CUT TRK het nummer van het spo(o)r(en) op.
- Je ziet de actueele In en OUT punten in het schermpje staan.
- Bevestig met EXEC.
Open (Invoegen)
Met de Open optie kan in het gelecteerde spoor een (blank) stuk ingevoegd worden.
- Geef (eerst)met het IN/OUT scherm het begin en eindpunt, in de opname, op waar een blank deel ingevoegd moet worden.
- Selecteer met het Datawiel de optie OPEN.
- Geef bij OPEN TRK het nummer van het spo(o)r(en) op.
- Je ziet de actueele In en OUT punten in het schermpje staan.
- Bevestig met EXEC.
Opmerkingen bij TRACK EDIT.
- Bij de optie CLONE TRACK houdt de Tascam bij de keuze van de DESTINATION track rekening met het TRACK-TYPE (Mono of Stereo) van de SOURCE TRACK.
- Als bij de optie CUT een deel van de opname uit een specifieke track(s) verwijdert wordt loopt dit spoor,
na het verwijderde deel, niet meer synchroon met de sporen waar niets uit is verwijderd !
- Als bij de optie OPEN een stuk is tussengevoegd loopt dit spoor,
na het toegevoegde deel, niet meer synchroon met de sporen waar geen stuk is toegevoegd !
Tip:
Mocht het toch niet helemaal goed gelukt zijn kan je altijd met de UN/REDO knop alles terugzetten en het opnieuw proberen.
Bounce mode
Als alle vier de opnamesporen gebruikt zijn, en er behoefte is aan meer vrije sporen voor het maken van aanvullende opnames biedt de Tascam de mogelijkheid om sporen vrij te maken door het samenvoegen van reeds opgenomen sporen. Hier voor kent de Tascam de z.g.n. Bounce Mode.
Bounce-en zou je ook kunnen zien als een soort (optioneele) Pre-Mix stap voor dat je daadwerkelijk de finale "Master" file in de eindmix gaat maken.
Bedenk dat het creëren van aanvullende opname-ruimte altijd ten koste gaat van flixibiliteit bij het maken van de finale eind-mix, en je vaak al bij dit samenvoegen moet beslissen hoe de samengevoegde sporen in het eindresultaat (het master spoor) terecht zullen komen. Gebruik de Bounce mode dus alleen als het ècht nodig is en maak niet meer sporen vrij als nodig.
Bij de Bounce mode zijn er twee varianten: De Mono bounce, in het geval dat het bestemmingsspoor een
mono-spoor is en de Stereo bounce in het geval dat het bestemmingsspoor een stereo-spoor of een paar van twee mono-sporen is.
In Bounce mode wordt er een bestemmingsspoor en enkele bron-sporen gekozen. De opname van de gekozen bron-sporen worden samengevoegd (ge-mixed) en komen terecht op het bestemmingsspoor.
Bijzonder bij de Tascam, boven een gewone meersporen recorder, is dat het bestemmingsspoor tevens bron-spoor kan zijn !
Ga voor het vrij maken van opname-sporen als volgt te werk :
- Ga in Bounce-mode met de REC MODE knop.
(Op het home-scherm verschijnt de aanduiding Bounce).
Mono bounce
- Selecteer het (mono!) bestemmingsspoor door het indrukken van het overeenkomstige witte REC knopje onder het spoor. Het rode lampje bij dit knopje gaat nu knipperen.
- Regel, terwijl je de opname afspeelt, met de Blauwe regelaars het geluids-niveau voor elk bron-spoor dat moet worden samengevoegd. (Het bestemmingsspoor kan óók als bron worden gebruikt !)
Voor de sporen die niet mee samengevoegd moeten worden moet de niveauregelaar helemaal naar links (dicht) gedraaid zijn.
- De witte PAN/BALance regelaars kunnen voor alle bron-sporen in de middenstand (of naar links) ingesteld staan.
Stereo bounce
- Selecteer het (stereo!) bestemmingsspoor of twee (mono) sporen door het indrukken van het overeenkomstige witte REC knopje onder het spoor. Het rode lampje bij dit knopje gaat nu knipperen.
- Regel, terwijl je de opname afspeelt, met de Blauwe regelaars het geluids-niveau voor elk bron-spoor dat moet worden samengevoegd. (Het bestemmingsspoor kan óók als bron worden gebruikt !)
Voor de sporen die niet mee samengevoegd moeten worden moet de niveauregelaar helemaal naar links (dicht) gedraaid zijn.
- Regel, voor MONO bron-sporen, met de Witte PAN regelaars de "plaats" dat het individuele mono-signaal in het stereo geluidsbeeld moet innemen. Zie ook de tweede opmerkingen bij Bounce-mode !
- Regel, voor STEREO bron-sporen, met de Witte BALance regelaars de verhouding van geluidssterkte tussen het linker, en rechter kanaal van de Stereo-opname.
- Regel met de Oranje Master niveau-regelaar het totale geluidsniveau zoals dat op het bestemmingsspoor terecht komt.
- Druk gelijktijdig het rode OPNAME, en de PLAY knop in om het samenvoegen te starten. Het rode REC-lampje stopt met knipperen. Deze en het lampje bij de rode REC knop branden nu continue.
- Druk op de STOP knop om het samenvoegen te beëindigen.
- Ga, als het samenvoegen gedaan is, terug naar de Multi-Track-mode met de REC MODE knop.
(Op het home-scherm verschijnt de aanduiding Multi Track).
Opmerkingen bij Bounce:
- Als je een Stereo-spoor als bron selecteert en het naar een Mono-spoor toe kopieert wordt alleen het geluid van het linkerspoor van de stereo opname naar het mono-spoor meegenomen en gaat de informatie van het rechter stereokanaal verloren !
-
Als je als bron een stereo opname, die op een mono-spoor-paar is opgenomen, gebruikt moet, om de kanaalscheiding tussen links en rechts te behouden, de witte PAN regelaar voor het ene spoor geheel naar links en de witte PAN regelaar voor het andere spoor geheel naar rechts gedraaid worden.
-
Als je als bron een stereo spoor selecteert en als bestemming een mono-spoor-paar gebruikt wordt het linkerkanaal van het Stereospoor op het Monospoor met het laagste nummer-, en het rechterkanaal van het Stereospoor op het Monospoor met het hogere nummer opgenomen.
-
Tijdens het opnemen in Bounce-mode kan, naast de geselecteerde bron(source)-track(s), aanvullend via Input-A en/of Input-B nog extra muziek of zang toegevoegd worden.
Hier bij wordt er een vaste toekenning van Input-kanaal en Spoor-type gehanteerd: Signaal dat via input-A binnenkomt gaat naar het Linkerkanaal en Signaal dat via Input-B binnenkomt naar het Rechterkanaal. Dit kan, in Bounce-mode, niet worden veranderd, daardoor kan ook het ASSIGN scherm hier niet geopend worden.
-
In de Monitor instelling stand STEREO komt bij een Stereo-bounce het signaal van input-A op het linker en dat van Input-B op het rechter kanaal van het (Stereo) bestemmingsspoor terecht. Bij een Mono-bounce komt alleen het signaal van Input-A op het (Mono) bestemmingsspoor terecht. Doordat een mono signaal eigenlijk een linkerkanaal is kan in een mono-bounce Input-kanaal-B hier niet voor extra muziek-input gebruikt worden.
Bij de monitor instelling Monox2 zijn Links en Rechts met elkaar doorverbonden en komt het geluid van zowel Input-A als Input-B met gelijk niveau op zowel Links als Rechts terecht.
Het is daarom bij deze monitor instelling, bij een Mono-bounce, WEL mogelijk om naast Input-A ook Input-B te gebruiken.
-
Als het niet de bedoeling is dat tijdens het opnemen via input-A en B nog extra zang of muziek toegevoegd wordt moet
de Oranje niveau-regelaar voor Input-A en Input-B helemaal naar links (dicht) gedraaid zijn, of in het INPUT SETTING menu de optie voor het Input-kanaal op de stand OFF gezet worden.
- Mocht het toch niet helemaal goed gelukt zijn kan je altijd met de UN/REDO knop alles terugzetten en het opnieuw proberen.
Als de opnames voor alle individueele sporen naar tevredenheid zijn vastgelegd kunnen deze gemixed worden tot een definitief eindresultaat. Deze finale-mix wordt opgeslagen in een Stereo Master-spoor dat "virtueel" in het geheugen van de Tascam opgeslagen wordt.
Het master-spoor kan, met de menu optie:
"Import-Export" / "Export-Master" als een 16-bit 44,1 kHz stereo audio bestand met extentie .wav naar de computer opgezonden (upload ?) worden.
Het WAV audio bestand, kan dan bijvoorbeeld gebruikt worden om op een muziek CD te branden of met andere muziek programma's verder verwerkt te worden.
Master RECord
Ga voor het vastleggen van een Master-spoor als volgt te werk:
- Leg eerst het Begin en Eindpunt van de opname vast als In- en Out punt.
- Ga in Master-Rec mode met de REC MODE knop. (Op het home-scherm verschijnt de aanduiding Master-REC).
- Regel met de Blauwe regelaars het geluids-niveau voor ieder individueel opname spoor.
- Regel, voor MONO sporen, met de Witte PAN regelaars de "plaats" dat het individuele mono-signaal in het totale "stereo uitgangs geluidsbeeld" moet innemen.
Als de PAN regelaar geheel naar links gedraaid wordt hoor je het mono-signaal van dit spoor alleen uit de linker speaker komen. Zo ook, met de PAN regelaar geheel naar rechts gedraaid, alleen uit de rechter speaker.
Als de PAN regelaar precies in het midden staat klinkt het mono-signaal over beide stereo-kanalen even hard.
Door de PAN regelaar ergens tussen uiterst links en rechts in te stellen, zal het mono-signaal zich in het "stereobeeld" ook ergens tussen uiterst links en rechts manifesteren.
In de opnametechniek wordt dit gebruikt om een voller Stereo geluid met een zogenaamde "Basisbreedte" te creëren.
- Regel, voor STEREO sporen, met de Witte BALance regelaars de verhouding van geluidssterkte tussen het linker, en rechter kanaal van het Stereo-spoor.
- Regel met de Oranje Master-level-regelaar het totale geluidsniveau van de Master-track.
Door de gekozen passage met REPEAT herhaald af te spelen kan je, van te voren, de volume en pan instellingen per spoor alvast goed inregelen.
- Druk gelijktijdig het rode OPNAME, en de PLAY knop in om de opname te starten.
- De Master-opname stopt vanzelf als het (ingestelde) Eind punt bereikt is.
- Ga, als het opnemen van de Master gedaan is, terug naar de Multi-Track-mode met de REC MODE knop.
(Op het home-scherm verschijnt de aanduiding Multi Track).
Opmerkingen bij Master Record:
-
Tijdens het aanmaken van de Master-track kan aanvullend via Input-A en -B nog extra muziek of zang toegevoegd worden.
Afhankelijk van de Monitor instelling komt het geluid van Input-A bij instelling Stereo op het linker-, en Input-B op het rechter kanaal van de Master-track terecht.
Bij monitor instelling Mono x2 komt het geluid van zowel Input-A als Input-B met gelijk niveau op beide kanalen terecht.
Zorg er, als dit niet de bedoeling is, voor dat de Oranje niveau-regelaar voor Input-A en Input-B helemaal naar links (dicht) gedraaid zijn of in het INPUT SETTING menu de optie voor het Input-kanaal op de stand OFF gezet worden.
-
Bij gebruik van de ingebouwde microfoons klinkt het geluid normaal gesproken alleen via de Monitor speakers als er ook een opname-spoor geselecteerd is. Alleen in de Master Rec mode is dit niet zo en hoor je de ingebouwde microfoons zodra de niveauregelaar opgedraaid wordt.
Master PLAY
De Recording-mode "Master play" is alleen bedoeld om, voor de onderhavige song, het aangemaakte Master-spoor af te spelen.
Bepaal het weergave geluidsniveau met de Oranje master-level regelaar.
Er zijn in deze mode geen andere instellingen meer mogelijk, omdat je hier immers al het definitieve eindresultaat (de Finale-Mix) aan het beluisteren bent.
De Tascam recorder houdt voor iedere Song een historie van de op deze Song aangebrachtte wijzigingen bij.
Met de UN-REDO functie kunnen deze wijzigingen per event of als groep herstelt worden naar de orginele status.
Single UNDO
Na het wijzigen van een Song kan de laatste wijziging gemakkelijk met één druk op de knop ongedaan worden gemaakt. Gebruik hier voor de UN/REDO knop.
Als een wijziging met de UN/REDO knop is teruggedraaid licht naast de knop een rood lampje op.
Dit geeft aan dat er een wijziging is teruggedraaid en dat dit door nogmaals op de UN/REDO te drukken alsnog weer aangebracht kan worden.
Multiple UNDO
Je kan door tegelijk op de STOP en de UN/REDO knop in te drukken een schermpje met de gehele wijzigingshistorie voor de onderhavige Song op het scherm tonen. In dit scherm kan met het Datawiel gekozen worden tot welke status in één keer de SONG teruggedraaid moeten worden.
Als je hier niet alle wijzigingen terugzet en er dus nog meer terug te zetten wijzigingen en wijzigingen die nog "ReDone" kunnen worden overblijven zal het rode lichtje bij de Undo knop blijven branden.
De actueele wijzigingsstatus van de SONG wordt in het scherm met een Sterretje aangegeven.
Als je opnieuw een wijziging in de SONG aanbrengt zal dit de laatste wijzigingsstatus worden en gaat de wijzigingshistorie van de wijzigingen die hier voor zijn teruggedraaid verloren en kunnen niet meer met RE-DO
alsnog herstelt worden.
Opmerkingen bij UN/REDO:
- Met een geopend wijzigingshistorie scherm kan de UN/REDO knop niet worden gebruikt.
- Per Song kan de Tascam recorder een historie van maximaal 500 wijzigings 'events' bewaren.
- Als de Tascam wordt uitgezet wordt de SONG automatisch, in de dan bestaande status, naar de SD geheugenkaart teruggeschreven en wordt de wijzigingshistorie gewist.
- Voor SONGs die niet geladen zijn wordt de wijzigingshistorie bij het uitzetten van de Tascam NIET gewist.
Als je de wijzigingshistorie niet wilt wissen kan je eerst een andere SONG laden en dan pas de Tascam uitzetten.
- Onder het aanbrengen van wijzigingen op een SONG vallen : Het maken van (aanvullende) opnames. Met de Track-Edit menu functie wijzigen van de Song en Het met de BOUNCE functie samenvoegen van bestaande tracks.
Data Backup
Het is mogelijk om met de Tascam recorder reservecopieën van je SONGS te maken, en deze Backup bestanden ook weer te gebruiken om SONGS terug te halen. (Restore).
In het Backup bestand worden alle sporen en instellingen die bij de SONG horen opgeslagen, zodat later (bij verlies ?)
alles weer op de Tascam teruggezet kan worden.
Gebruik hier voor het Data Backup menu en ga als volgt te werk:
- Druk op de MENU knop en selecteer met het Datawiel DATA BACKUP.
Je komt nu in het DATA BACKUP scherm.
Song Backup
- Selecteer met het Datawiel SONG BACKUP.
- Je ziet nu een lijst met alle Songs die in deze partitie staan.
Selecteer met het Datawiel van welke Song je een reservecopie wil maken en bevestig door op de NEXT knop te drukken.
- Je komt nu in een scherm waar je de naam van het backup-bestand gepresenteerd krijgt en de mogelijkheid hebt de naam hier aan te passen.
De door de Tascam gegenereerde naam is iets als SONGxxxU waar bij xxx een door de TASCAM gegenereerd vrij volgnummer is. De letter U aan het eind van de naam geeft aan dat het hier een BACKUP bestand betreft.
Het is verstandig de naam van het BACKUP bestand een meer logische naam te geven zodat je later nog weet voor welke SONG dit Backup bestand nu een copie is.
- Druk vervolgens op de EXEC knop en het backup proces start. Er wordt nu een Backup bestand gemaakt dat in de map BACKUP van de FAT partitie
van je SD geheugenkaart wordt opgeslagen.
Song Restore
- Selecteer met het Datawiel SONG RESTORE.
- Je ziet nu een lijst met alle BACKUP bestanden (met Extentie .001) die in de FAT partitie van je SD geheuhenkaart staan.
- Selecteer met het Datawiel welk Backup bestand je naar een SONG op de Tascam wilt terugzetten en bevestig door op de EXEC knop te drukken.
- De Tascam vraagt nu of de naam van de SONG die ge-Restored gaat worden juist is.
- Bevestig met de YES knop en het RESTORE proces start.
Het gelececteerde Backup bestand wordt gelezen en de daar in opgeslagen SONG wordt weer uitgepakt en op de MTR partitie van de SD cart terug gezet.
Het maken van een reservecopie heeft natuurlijk pas echt zin als je deze reservecopie ergens anders, dan op de Tascam zelf, bewaart.
Dit kan door dat je met een USB-kabel bestanden van de Tascam-recorder naar de Home-computer en vice-versa kan overzetten. Hoe dit gaat is in het hoofdstuk over bestanden uitwisselen beschreven.
Import-Export
Naast het maken van reservecopie bestanden van complete SONGs is het is met de Tascam recorder ook mogelijk om afzonderlijke
tracks uit SONGs van en naar de thuiscomputer te copiëren.
Bij deze uitwisseling wordt het gekozen spoor als een digitaal
geluidsbestand met extentie .wav in eerste instantie naar de map WAVE op de FAT partitie van de SD geheugenkaart in de TASCAM geschreven en kan van daar met een USB kabel naar de thuiscomputer worden gecopieerd.
- Ga om de Import-Export functie te openen naar het MENU en selecteer met het Datawiel IMPORT/EXPORT.
Import geluidsspoor
Bij het maken van een SONG op de Tascam hoef je niet altijd alle muziek zelf in te spelen maar kan je ook (deels) gebruik maken van
geluidsopnamen die je ergens anders, zo als op een muziek CD, gevonden hebt. Je kunt dit bestand nu eerst naar de FAT partitie op de Tascam copieëren en het met de IMPORT functie naar een SONG spoor laden.
- Selecteer voor het importeren van een geluidsbestand de functie IMPORT TRACK
- Je ziet nu een scherm met alle geluidsbestanden die op de FAT partitie staan. Selecteer met het datawiel welk bestand je wil Importeren en druk dan op EXEC.
- Vervolgens kan je kiezen naar welk spoor het .wav bestand wordt gecopieerd. Als het .wav bestand een Stereo geluidsbestand is kan je alleen Stereo sporen (of een mono-spoor-paar) kiezen, voor een Mono geluidsbestand kan je een enkel Mono spoor selecteren.
Export geluidsspoor
- Selecteer voor het exporteren van een geluidsbestand de functie EXPORT TRACK
- Je ziet nu een lijstje met alle sporen in de SONG waar geluid op staat in het formaat : TEX001 TEX002 TEX003S en TEX004S.
"TEX" staat hier voor Track Export. Het nummer geeft het nummer van het spoor aan. De S aan het einde geeft aan dat het hier een STEREO spoor betreft.
- Selecteer de sporen die je wilt exporteren. Deze krijgen nu een vinkje voor de naam.
- Door op de knop NAME te drukken kom je in het scherm om de naam van het Export bestand aan te kunnen passen naar een voor de gebruiker meer zinvolle naam.
- Druk op NEXT om verder te gaan.
- Voor de zekerheid zie je nu een schermpje met de vrije data ruimte op de FAT partitie en de grootte van je geselecteerde
spo(o)r(en) die je gaat Exporteren.
- Druk op EXEC om te bevestigen.
Export Master
Als je voor de SONG die geladen is met Master-Rec een "Master" bestand hebt aangemaakt kan je dat hier
exporteren om het later op de thuiscomputer verder te kunnen gebruiken en het eventueel op een muziek CD te branden.
- Kies met het Datawiel voor Export Master.
- je ziet nu een scherm waar je de naam van het Master bestand kan kiezen. De Tascam komt zelf met een naam als :
MIXST001 (Mix Stereo 001). maar dit kan je beter naar iets meer aansprekends wijzigen.
- Druk op EXEC om te bevestigen.
- Druk op de knop onder BACK om naar het MENU scherm terug te keren.
Met de Tascam DP006 recorder is een USB computerkabel met een Mini-USB stekker mee geleverd. Met deze kabel kan de Tascam met je thuiscomputer gekoppeld worden om diverse bestanden onderling tussen Tascam en Computer te kunnen uitwisselen.
Als je de kabel aansluit en de Computer en Tascam-recorder aanzet verschijnt er op de Tascam een schermpje met de text USB en een tekening van de aangesloten kabel om aan te geven dat de verbinding tussen beide apparaten tot stand is gekomen.
Normaal gesproken opent er op de Computer nu een "verkenner" window waar je de inhoud van het apparaat "DP-006"
te zien krijgt.
Je ziet hier drie mappen staan : BACKUP, UTILITY en WAVE. Dit zijn de drie mappen die de Tascam bij het formatteren van de SD-geheugenkaart automatisch in de FAT partitie geplaatst heeft. De mappen hebben alle drie een bepaalde functie:
- De map BACKUP bevat de reservecopie-bestanden die je met de DATA-BACKUP functie gemaakt hebt.
- De map UTILITY wordt gebruikt om, door Tascam uitgeleverde Software updates voor de recorder, in te plaatsen.
- De map WAVE bevat geluids bestanden met extentie .wav die daar met de EXPORT-TRACK of EXPORT-MASTER
functie geplaatst zijn, of daar eerder zijn neergezet om met IMPORT-TRACK voor een SONG-spoor gebruikt te worden.
Je kan nu op de manier die je op je computer gewend bent, zoals slepen met de muis of Copy-Paste, de bestanden waar jij dat nodig voor vindt naar een map op de harde schijf van je computer overzetten.
Vervolgens kan je daar dan op je computer met een muziekprogramma of iets dergelijks mee aan de slag.
Als je klaar bent met overzetten moet je het DP-006 device "Uitwerpen" of "Veilig-verwijderen"
en de USB kabel weer los maken.
Opmerking:
- De inhoud van "DP-006" is in werkelijkheid de inhoud van de FAT partitie op de SD-geheugenkaart in de Tascam-recorder.
Aanvullende functies van de Tascam DP-006
Hoewel de recorder voor alles dat "geluid" geeft gebruikt kan worden is
de Tascam DP006 recorder uiteindelijk toch voornamelijk bedoeld om muziek of zangstukken mee op te nemen en te bewerken.
Vandaar dat de twee aanvullende functies die je op de Tascam kan gebruiken ook een duidelijke insteek naar muziek maken hebben.
Metronoom
Om bij het inspelen van muziek of zang goed in de maat en tempo te blijven heeft de Tascam recorder een ingebouwd hulpmiddel,
een Metronoom.
Een metronoom is een apparaat dat nauwkeurig met "Tik" geluidjes de maat en het tempo aangeeft. Hier bij krijgt de eerste tel van de maat steeds een accent doordat deze "Tik" iets harder klinkt.
De Metronoom functie kan ingesteld worden door op de MENU knop te drukken en vervolgens met het Datawiel Metronoom te selecteren.
Selecteer bij MODE: of de metronoom Uit - bij Play èn Record - of alleen bij Record te horen is.
Selecteer bij TEMPO: het tempo in "Beats per Minute" (BPM).
Selecteer bij BEAT: de maatsoort. Hier geef je het aantal slagen dat in een maat zit.
Bij de Tascam Metronoom van 1 tot 12 slagen.
Selecteer bij LEVEL: het geluidsniveau van de Metronoom tussen 0 en 127.
Druk op de knop onder BACK om de Metronoom-settings te verlaten en naar het MENU scherm terug te keren.
Tip:
- Om, bij gebruik van een (ingebouwde) microfoon, te voorkomen dat de metronoom tikken ongewild op de opnamesporen terecht komen is het
het beste om hier geen monitorluidsprekers maar een hoofdtelefoon te gebruiken.
Als er in een muziekstuk (Song) meer dan één muziekinstrument in de partijen wordt gebruikt is het nodig dat deze instrumenten gelijk van stemming zijn.
Om de muziekinstrumenten te kunnen Stemmen heeft de Tascam een ingebouwd stemapparaat.
Het stemapparaat heet op de Tascam de Tuner functie. Om de Tuner te gebruiken moet je bij het Home scherm (als de recorder niet afspeelt) linksonder het scherm op de knop onder TUNER drukken.
Je komt nu in het TUNER-scherm. Als eerste kan je nu met het Datawiel de grondslag voor het stemmen (de frequentie van de toon 'A') tussen de waarden 435 en 445 Hz instellen. De frequentie van een zuivere toon 'A' is 440 Hz.
Het stemapparaat werkt alleen op geluid dat via input-A binnenkomt. Instrumenten als een electriche gitaar of keyboard kunnen via de jackplug aan de achterzijde op Input-A worden aangesloten waar bij de
Input-Setting voor in-A op GUITAR/LINE ingesteld moet worden.
Voor andere blaas- en strijkinstrumenten kan de ingebouwde microfoon mic-A aan de voorkant van de Tascam gebruikt worden. Hier voor moet de Input-Setting voor in-A dan op INT.MIC A (Low, Mid, High) ingesteld zijn.
Het is voor de Tuner functie niet belangrijk in welke stand de Oranje niveauregelaar voor INPUT A staat.
Als je nu op het muziekinstrument een noot speelt zie je in het scherm een blokje op een balk met daar boven de letter van de toon die de Tascam registreert. Als de toon niet helemaal zuiver is zal het blokje bij te laag klinken iets links van het midden staan. Als de noot iets te hoog klinkt staat het blokje iets rechts van het midden.
Stem je instrument nu net zo lang tot dat het blokje precies in het midden van de balk staat en doe dit ook voor alle andere muziekinstrumenten die mee doen.
Druk op de knop onder BACK om de Tuner weer te verlaten en naar het HOME scherm te gaan.