Handleiding voor de
Tascam DP-006 digitale recorder.

©J.Geus September 2016, Mei 2021.


Inleiding.

Hoewel de meegeleverde gebruiksaanwijzing, welliswaar in het engels, best duidelijk genoeg is vond ik het, nu ik een jaar in bezit van het apparaat ben, toch leuk deze zelf geschreven gebruiksaanwijzing aan het Internet toe te vertrouwen.
Naast dat ik in zal gaan op de mogelijkheden en de bediening van het apparaat zal ik in deze pagina ook ingaan op de techniek en valkuilen die je als opname-geluids-technicus moet kennen om een goede opname met meersporentechniek te maken en zodoende alle gebruiksmogelijkheden van de Tascam DP-006 volledig te kunnen uitnutten.

Beschrijving van het apparaat.

De Tascam DP-006 is eigenlijk een muziekopname studio in zakformaat. Het apparaat is te vergelijken met een meersporen bandrecorder welke je in grote muziekopname studio's compleet met mengtafel tegenkomt.
Op de verschillende opnamesporen kunnen onafhankelijk muziek- of zangpartijen worden opgenomen en daar na weer worden afgespeeld. De partijen kunnen naar behoefte steeds opnieuw worden opgenomen net zolang tot het resultaat van de opname helemaal foutloos is.
Na het opnemen van alle muziekpartijen kunnen deze worden (af)gemixed tot een finale stereo Master-spoor.

De Tascam DP-006 digitale recorder beschikt over vier aparte opnamesporen, waarbij spoor drie en/of vier zowel als Stereo- of Mono-spoor gebruikt kunnen worden.
In het geval dat de sporen drie en vier als Stereo spoor gebruikt worden zijn er effectief dus zes (2 x Mono + 2 x L + 2 x R) muzieksporen te gebruiken.
De Tascam DP-006 heeft twee Jackplug ingangen waar op een Microfoon of Muziekinstrumenten als een keyboard of electrische gitaar rechtstreeks aangesloten kunnen worden. Verder beschikt de Tascam DP-006 ook nog over twee ingebouwde electreet-microfoons aan de voorzijde om direct muziek mee te kunnen vastleggen.

Aansluitingen

Aan de achterzijde van de Tascam zijn twee 1/4 inch mono-Jackplug ingangen: Input A en Input B om rechtstreeks muziekinstrumenten als electrische (bas)gitaar, piano of keyboard op de Tascam aan te sluiten. De jackplug ingangen A en B kunnen ook als microfooningangen ingesteld worden.
Op de voorzijde zitten twee ingebouwde electreet-microfoons mic-A en mic-B, welke corresponderen met Input A en Input B.
Op de linkerzijde van de Tascam zit een 1/8 inch stereo-Jackplug aansluiting om een hoofdtelefoon of versterkerkabel op aan te sluiten.
Aan de rechterzijde van de Tascam zit een aansluiting voor een externe voedingsadapter van 5 volt gelijkspanning en een mini USB aansluiting om met een (meegeleverde) USB kabel digitale muziek bestanden tussen de Tascam en de home-computer mee uit te kunnen wisselen.

Indeling Home scherm

De Tascam recorder heeft rechtsboven op het apparaat een Liquid Chrystal Display (LCD) schermpje om de status en werking van de recorder aan de gebruiker te tonen.
Per geselecteerde (menu)functie worden er op de recorder functie-specifieke schermen getoond die bij de uitleg per functie beschreven zullen worden.
In dit hoofdstuk beschijf ik wat te zien is op het z.g.n. Home scherm, het scherm dat bij normaal opname of afspeel bedrijf te zien is :
Opmerking: Linksboven op het scherm staat een text-balkje dat aangeeft in welke record-mode de Tascam ingesteld is. Dit kan, afhankelijk van de keuze die bij REC MODE gemaakt is, zijn : Rechtsboven staan twee symbooltjes die respectievelijk de aanwezigheid van een SD-geheugenkaart en de Batterij status aangeven.
Als er op de Tascam een Netvoedingsadapter is aangesloten verandert het batterij symbooltje in een klein Stekker symbooltje.

Links van de positieteller, op de tweede regel, staat een symbool dat aangeeft of de recorder Gestopt (Blokje) / Afspeelt (Driehoekje) / of Opneemt (Cirkeltje).

Op de tweede regel is er een positieteller dat de plaats in de SONG in uren-minuten-seconden-frames aangeeft. met behulp van deze teller kan je handmatig direct naar een plaats in de SONG springen.

Linksonder op het scherm staat een z.g.n. 'schermspecifieke functietoets aanduiding'. In dit geval dat met het indrukken van het knopje onder het woord TUNER de muziekinstrument stem functie geopend kan worden.
Per functie-scherm zullen er op de onderste regel verschillende 'schermspecifieke functietoets aanduidingen' boven de vier mogelijke functie-knopjes verschijnen.

De rest van het Home-scherm wordt gevuld met niveau balkjes die de aanwezigheid van, en geluidsniveau's op, de individueele Input kanalen en sporen aangeven.

SD geheugenkaart.

Opnames die met de Tascam gemaakt zijn worden opgeslagen op een SD-geheugenkaart. Deze kaart zit aan de onderkant van de Tascam achter het batterijencompartiment.
Om een ongebruikte SD-kaart als opslagmedium te kunnen gebruiken moet deze eerst geformatteerd (ingedeeld) worden in het formaat dat de Tascam gebruikt.
De geheugenkaart wordt bij het formatteren in twee delen opgedeeld: Als de SD-geheugenkaart groter dan 4Gb is kunnen er meer dan één MTR partities gemaakt worden en moet de grootte van deze MTR partities, bij het formatteren, gekozen worden tussen 2, 4 , 8 of 16 Gb.
Er kunnen nooit meer dan 4 MTR partities gebruikt worden.
De grootte van de FAT partitie ligt vast en is afhankelijk van de grootte van de SD-geheugenkaart volgens volgend schema:

SD-kaart kapaciteitFAT partitieMTR partitie
32Gb4Gb4x2Gb, 4x4Gb, 3x8Gb*, of 1x16Gb
16Gb4Gb4x2Gb, 3x4Gb* of 1x8Gb
8Gb2Gb3x2Gb* of 1x4Gb
4Gb2Gb1x2Gb Fixed
2Gb1Gb1x1Gb Fixed
1Gb512Mb1x512Mb Fixed
512Mb256Mb1x256Mb Fixed

* = meest optimale benutting van de SD-Card

Card menu.

Met de menu optie CARD kunnen de volgende functies worden uitgevoerd: Opmerking: Let op !

Information menu.

Met de menu optie Information kunnen vier schermpjes met actueele informatie over de Tascam worden bekeken.
De volgende vier schermen worden getoond:
  1. SONG:
  2. CARD:
  3. SYSTEM: Actueele systeeminstellingen.
  4. Versienummer van de bestuuringssoftware.

Song menu.

Op de Tascam worden de muziekbestanden per muziekstuk opgeslagen en ge-manipuleerd. Op de Tascam heet een muziekstuk een SONG.
Om met muziekstuk aan de slag te kunnen gaan moet deze eerst in het geheugen van de Tascam worden geladen.
Met de menu optie SONG kunnen de volgende functies worden uitgevoerd:

Track-type menu.

Opname spoor 3 en 4 kunnen zowel als Mono-spoor of Stereo-spoor worden gebruikt.
Met de menu optie TRACK TYPE kan per spoor 3 en/of 4 ingesteld worden of het als Stereo of Mono kanaal gebruikt wordt.
Opmerking:

Preference menu.

Met de menu optie PREFERENCE kunnen er een aantal instellingen naar je persoonlijke voorkeur worden ingesteld.
Druk op de knop MENU en selecteer vervolgens met het datawiel PREFERENCE om het voorkeursscherm te openen.

De volgende instellingen kunnen worden gemaakt :

Opnames maken.

Voor het maken van een opname moeten de volgende zaken ingesteld worden:

Instellen van de ingangen A en B.

Met de knop INPUT SETTING verschijnt het scherm waar mee de twee input kanalen A, en B ingesteld kunnen worden.
Selecteer met de Pijltjes knopjes (op en neer) welk input kanaal je wilt instellen en kies door met het data-wiel te draaien één van de beschikbare mogelijkheden. Per input kan uit de volgende mogelijkheden worden gekozen:

IngangskanaalMogelijke instelling
Input-AOff
Int-Mic Low
Int-Mic Mid
Int-Mic High
Line/Guitar
Line/Guitar Mid
Line/Guitar High
Microphone
Input-BOff
Int-Mic Low
Int-Mic Mid
Int-Mic High
Line
Line Mid
Line High
Microphone

Opmerking:

Instellen van de monitor-mode.

Vervolgens kan voor de twee ingangen ook de Monitor-setting er van worden ingesteld tussen:
Monitor(en) is het jezelf, tijdens het inspelen-of zingen, terughoren over de luidsprekers of hoofdtelefoon.
De monitor-setting bepaald hoe het signaal dat via input A en of B binnenkomt direct over luidsprekers of hoofdtelefoon wordt weergegeven. Bij instelling Stereo wordt Input A over het linker en Input B over het rechterkanaal van versterker of hoofdtelefoon weergegeven.
Bij de instelling Mono x2 wordt zowel input-A als input-B gelijk over beide kanalen weergegeven.
Deze setting heeft GEEN invloed op hoe, bij afspelen van opgenomen sporen, het geluid over het linker- en rechterkanaal van versterker of hoofdtelefoon wordt weergegeven, maar heeft wel invloed op waar aanvullende partijen, die tijdens Bounce of Master-Rec worden opgenomen, terecht komen.

Als een Input kanaal is ingesteld op de ingebouwde microfoon zal het geluid hier van alleen via de monitor-speaker (of hoofdtelefoon) te horen zijn als er ook een opnamespoor geselecteerd is (rood knipperend lampje). Uitzondering hier op is in Master-Rec mode.

Ingang aan opnamespoor toewijzen.

Met de knop ASSIGN verschijnt het scherm waar mee je een inputkanaal aan een opnamespoor toewijst.
Voor een MONO kanaal kunnen met het data-wiel de volgende keuzes gemaakt worden:

Input aan MONO kanaal Toewijzen
Spoor 1,2,(3,4) AInput-A komt op dit opnamespoor.
BInput-B komt op dit opnamespoor.

Voor een STEREO kanaal kunnen met het data-wiel de volgende keuzes gemaakt worden:

Input aan STEREO kanaal Toewijzen
Spoor 3,4 A-AInput-A komt op linker, èn rechterkanaal van dit opnamespoor.
A-BInput-A komt op linker, en Input-B op rechterkanaal van dit opnamespoor.
B-AInput-B komt op linker, en Input-A op rechterkanaal van dit opnamespoor.
B-BInput-B komt op linker, èn rechterkanaal van dit opnamespoor.

Muziek of zang opnemen.

Opmerking:

Opnames afspelen.

Sporen waar reeds een muziekpartij op is opgenomen kunnen op de volgende wijze afgespeeld worden :

Voor en Achteruit spoelen.

Boven de STOP knop bevinden zich twee "doorspoel" knoppen. De linker << knop om terug te spoelen en de rechter >> knop om vooruit te spoelen.

Als het afspelen gestopt is kan de snelheid waarmee voor- of achteruit gespoeld wordt door herhaald indrukken van de spoel-knop in vier stappen opgevoerd worden in 10x, 50x, 100x, en 1000x de normale afspeelsnelheid.
Als de juiste positie bereikt is wordt met de STOP knop het spoelen gestopt.

Tijdens afspelen kan ook voor- of achteruit gespoeld worden door het continue ingedrukt houden van de << of >> knop.
De snelheid is nu altijd 10x de normale afspeelsnelheid. Het spoelen stopt als de knop wordt losgelaten.

Positioneren met het Data-wiel.

Op het Home scherm van de Tascam staat een teller die de positie, in tijd, in de Song aangeeft. De teller bestaat uit vier cijfers: Uren, Minuten, Seconden en Frames. Er zitten 30 Frames in een seconde.
Als het afspelen gestopt is zie je onder één van de vier cijfers een steepje (cursor) staan. Door met het data-wiel te draaien kan je dit onderstreepte cijfer verhogen of verlagen, en zodoende het punt in het muziekstuk, waar je naar wilt luisteren of wilt overschrijven met een nieuwe opname, selecteren.
Met de HOME knop wordt de cursor naar het volgende cijfer verplaatst.
Je kunt op deze manier dus met een nauwkeurigheid van 1/30 seconde de plaats in het muziekstuk bepalen !

RTZ en LRP.

Als de voor->> of achteruit-<< spoel-knop samen met de STOP knop ingedrukt wordt gebruik je de RTZ of LRP functie.
Met RTZ (Return To Zero) positioneer je direct naar het beginpunt (00:00:00:00) van iedere opname.
Met LRP (Last Recorded Point) positioneer je direct naar het punt in de opname waar de laatst opgenomen muziek/zang-partij begint.

Dubb-en.

Dubb-en is een term die bij de studio muziekopname techniek gebruikt wordt. Het betekent het opnemen van een muziekpartij terwijl tegelijkertijd één of meer eerder opgenomen muziekparijen van hetzelfde muziekstuk afgespeeld worden.
Voor de '60-er jaren (van de 20-ste eeuw) moest een opname van een muziekstuk waar meerdere instrumenten in meespeelden in één keer opgenomen worden. Als één van de muzikanten tijdens de opname een fout maakte moest de hele opname opnieuw gedaan worden en moesten alle muzikanten alles weer opnieuw spelen. Pas toen er bandrecorders kwamen die tegelijk konden opnemen en afspelen kon muziek partij-voor-partij worden opgenomen, en uiteindelijk tot een kompleet muziekstuk gemixed worden.
Ook de digitale Tascam DP-006 recorder kan simultaan opnemen en afspelen (en nog meer ! maar dat later)

Ga voor het maken van een opname terwijl er afgespeeld wordt op de Tascam als volgt te werk:

Tip:

Punch-in Punch-out. (Tip-ex functie)

In de tijd van voor de textverwerkers op computers waar brieven en boeken op een typemachine gemaakt werden had je kleine flesjes met witte verf en een klein kwastje om bij typefouten de foute letter wit te kunnen maken en daar overheen de goede letter te typen, zodat je niet de hele brief opnieuw hoeft te typen.

Hier moet je ook aan denken bij wat er in dit hoofdstuk wordt beschreven :
Als er in een bepaalde muziekpartij iets voorkomt dat niet helemaal juist is, bijvoorbeeld bij het spelen van een muziekstuk is er een valse noot gespeeld of zo iets, kan je er voor kiezen het hele muziekstuk opnieuw te spelen en op te nemen.
Je kan er ook voor kiezen om alleen het kleine stukje dat fout is opnieuw in te spelen. Dit kan je als volgt doen:

Opmerkingen:

In- en Out punten vastleggen.

Voor bepaalde functies op de Tascam is het nodig aan te geven op welke plaats in de SONG de bewerking moet beginnen en eindigen. Dit moet worden aangegeven met het vastleggen van zogenaamde IN- en OUT-punten. Er zijn twee manieren om IN- en OUT-punten vast te leggen: Druk op de knop onder EXIT op het scherm of nogmaals op de IN/OUT knop om I/O Settings te verlaten.

Herhaald (Repeat) afspelen.

Met de REPEAT knop is het mogelijk om een bepaald deel van de opgenomen song herhaald af te spelen.
Om de REPEAT functie te gebruiken moet eerst opgegeven worden op welk punt in de opname het, af te spelen, muzieksegment begint en eindigt. Dit doe je door het vastleggen van een IN(start)-punt en een OUT(eind)-punt in de opname.
Als de REPEAT knop wordt gebruikt zal het gekozen opname fragment nu herhaald afgespeeld blijven worden. Bij het opnieuw beginnen wordt er kort gepauseerd. De duur van de pauze kan in het PREFERENCE (voorkeurs menu) bepaald worden.
Als je de REPEAT knop indrukt begint de Tascam direct met afspelen en zal er in het scherm een, naar zichzelf wijzend, pijltje komen om aan te geven dat er herhaald wordt afgespeeld.

Sporen Edit menu.

Met het Track Edit menu is het mogelijk om op het niveau van individueele sporen, wijzigingen in de Song aan te brengen.

Voor de Digitale opname-techniek was het met Analoge bandopname apparatuur wel mogelijk om delen uit een muziekopname te verwijderen of delen juist in te voegen. Dit gebeurde toen letterlijk door stukjes opname-tape met een schaar uit de opname weg te knippen of met plakband stukken tape aan de opname toe te voegen.
Volgens mij komen hier ook de begrippen Knippen (Cut) en Plakken (Paste) vandaan.

De Tascam-recorder kan dit ook allemaal maar dan óók nog voor één of enkele spo(o)r(en) apart.
Het TRACK EDIT menu gebruiken gaat als volgt:

Tip:
Mocht het toch niet helemaal goed gelukt zijn kan je altijd met de UN/REDO knop alles terugzetten en het opnieuw proberen.

Bounce mode

Als alle vier de opnamesporen gebruikt zijn, en er behoefte is aan meer vrije sporen voor het maken van aanvullende opnames biedt de Tascam de mogelijkheid om sporen vrij te maken door het samenvoegen van reeds opgenomen sporen. Hier voor kent de Tascam de z.g.n. Bounce Mode.
Bounce-en zou je ook kunnen zien als een soort (optioneele) Pre-Mix stap voor dat je daadwerkelijk de finale "Master" file in de eindmix gaat maken.
Bedenk dat het creëren van aanvullende opname-ruimte altijd ten koste gaat van flixibiliteit bij het maken van de finale eind-mix, en je vaak al bij dit samenvoegen moet beslissen hoe de samengevoegde sporen in het eindresultaat (het master spoor) terecht zullen komen. Gebruik de Bounce mode dus alleen als het ècht nodig is en maak niet meer sporen vrij als nodig.

Bij de Bounce mode zijn er twee varianten: De Mono bounce, in het geval dat het bestemmingsspoor een mono-spoor is en de Stereo bounce in het geval dat het bestemmingsspoor een stereo-spoor of een paar van twee mono-sporen is.
In Bounce mode wordt er een bestemmingsspoor en enkele bron-sporen gekozen. De opname van de gekozen bron-sporen worden samengevoegd (ge-mixed) en komen terecht op het bestemmingsspoor.
Bijzonder bij de Tascam, boven een gewone meersporen recorder, is dat het bestemmingsspoor tevens bron-spoor kan zijn !
Ga voor het vrij maken van opname-sporen als volgt te werk :

Opmerkingen bij Bounce:

Maken van een Finale mix

Als de opnames voor alle individueele sporen naar tevredenheid zijn vastgelegd kunnen deze gemixed worden tot een definitief eindresultaat. Deze finale-mix wordt opgeslagen in een Stereo Master-spoor dat "virtueel" in het geheugen van de Tascam opgeslagen wordt.
Het master-spoor kan, met de menu optie: "Import-Export" / "Export-Master" als een 16-bit 44,1 kHz stereo audio bestand met extentie .wav naar de computer opgezonden (upload ?) worden.
Het WAV audio bestand, kan dan bijvoorbeeld gebruikt worden om op een muziek CD te branden of met andere muziek programma's verder verwerkt te worden.

Master RECord

Ga voor het vastleggen van een Master-spoor als volgt te werk: Opmerkingen bij Master Record:

Master PLAY

De Recording-mode "Master play" is alleen bedoeld om, voor de onderhavige song, het aangemaakte Master-spoor af te spelen.
Bepaal het weergave geluidsniveau met de Oranje master-level regelaar.
Er zijn in deze mode geen andere instellingen meer mogelijk, omdat je hier immers al het definitieve eindresultaat (de Finale-Mix) aan het beluisteren bent.

Re-, en UnDo functie.

De Tascam recorder houdt voor iedere Song een historie van de op deze Song aangebrachtte wijzigingen bij. Met de UN-REDO functie kunnen deze wijzigingen per event of als groep herstelt worden naar de orginele status. Opmerkingen bij UN/REDO:

Data Backup

Het is mogelijk om met de Tascam recorder reservecopieën van je SONGS te maken, en deze Backup bestanden ook weer te gebruiken om SONGS terug te halen. (Restore).
In het Backup bestand worden alle sporen en instellingen die bij de SONG horen opgeslagen, zodat later (bij verlies ?) alles weer op de Tascam teruggezet kan worden.

Gebruik hier voor het Data Backup menu en ga als volgt te werk:

Het maken van een reservecopie heeft natuurlijk pas echt zin als je deze reservecopie ergens anders, dan op de Tascam zelf, bewaart. Dit kan door dat je met een USB-kabel bestanden van de Tascam-recorder naar de Home-computer en vice-versa kan overzetten. Hoe dit gaat is in het hoofdstuk over bestanden uitwisselen beschreven.

Import-Export

Naast het maken van reservecopie bestanden van complete SONGs is het is met de Tascam recorder ook mogelijk om afzonderlijke tracks uit SONGs van en naar de thuiscomputer te copiëren.
Bij deze uitwisseling wordt het gekozen spoor als een digitaal geluidsbestand met extentie .wav in eerste instantie naar de map WAVE op de FAT partitie van de SD geheugenkaart in de TASCAM geschreven en kan van daar met een USB kabel naar de thuiscomputer worden gecopieerd.

Bestanden met de computer uitwisselen.

Met de Tascam DP006 recorder is een USB computerkabel met een Mini-USB stekker mee geleverd. Met deze kabel kan de Tascam met je thuiscomputer gekoppeld worden om diverse bestanden onderling tussen Tascam en Computer te kunnen uitwisselen.

Als je de kabel aansluit en de Computer en Tascam-recorder aanzet verschijnt er op de Tascam een schermpje met de text USB en een tekening van de aangesloten kabel om aan te geven dat de verbinding tussen beide apparaten tot stand is gekomen.
Normaal gesproken opent er op de Computer nu een "verkenner" window waar je de inhoud van het apparaat "DP-006" te zien krijgt.
Je ziet hier drie mappen staan : BACKUP, UTILITY en WAVE. Dit zijn de drie mappen die de Tascam bij het formatteren van de SD-geheugenkaart automatisch in de FAT partitie geplaatst heeft. De mappen hebben alle drie een bepaalde functie:

Je kan nu op de manier die je op je computer gewend bent, zoals slepen met de muis of Copy-Paste, de bestanden waar jij dat nodig voor vindt naar een map op de harde schijf van je computer overzetten. Vervolgens kan je daar dan op je computer met een muziekprogramma of iets dergelijks mee aan de slag.

Als je klaar bent met overzetten moet je het DP-006 device "Uitwerpen" of "Veilig-verwijderen" en de USB kabel weer los maken.

Opmerking:

Aanvullende functies van de Tascam DP-006

Hoewel de recorder voor alles dat "geluid" geeft gebruikt kan worden is de Tascam DP006 recorder uiteindelijk toch voornamelijk bedoeld om muziek of zangstukken mee op te nemen en te bewerken.
Vandaar dat de twee aanvullende functies die je op de Tascam kan gebruiken ook een duidelijke insteek naar muziek maken hebben.

Metronoom

Om bij het inspelen van muziek of zang goed in de maat en tempo te blijven heeft de Tascam recorder een ingebouwd hulpmiddel, een Metronoom.
Een metronoom is een apparaat dat nauwkeurig met "Tik" geluidjes de maat en het tempo aangeeft. Hier bij krijgt de eerste tel van de maat steeds een accent doordat deze "Tik" iets harder klinkt.

De Metronoom functie kan ingesteld worden door op de MENU knop te drukken en vervolgens met het Datawiel Metronoom te selecteren.
Selecteer bij MODE: of de metronoom Uit - bij Play èn Record - of alleen bij Record te horen is.
Selecteer bij TEMPO: het tempo in "Beats per Minute" (BPM).
Selecteer bij BEAT: de maatsoort. Hier geef je het aantal slagen dat in een maat zit. Bij de Tascam Metronoom van 1 tot 12 slagen.
Selecteer bij LEVEL: het geluidsniveau van de Metronoom tussen 0 en 127.

Druk op de knop onder BACK om de Metronoom-settings te verlaten en naar het MENU scherm terug te keren.

Tip:

Stemapparaat (Tuner)

Als er in een muziekstuk (Song) meer dan één muziekinstrument in de partijen wordt gebruikt is het nodig dat deze instrumenten gelijk van stemming zijn.
Om de muziekinstrumenten te kunnen Stemmen heeft de Tascam een ingebouwd stemapparaat.

Het stemapparaat heet op de Tascam de Tuner functie. Om de Tuner te gebruiken moet je bij het Home scherm (als de recorder niet afspeelt) linksonder het scherm op de knop onder TUNER drukken.
Je komt nu in het TUNER-scherm. Als eerste kan je nu met het Datawiel de grondslag voor het stemmen (de frequentie van de toon 'A') tussen de waarden 435 en 445 Hz instellen. De frequentie van een zuivere toon 'A' is 440 Hz.

Het stemapparaat werkt alleen op geluid dat via input-A binnenkomt. Instrumenten als een electriche gitaar of keyboard kunnen via de jackplug aan de achterzijde op Input-A worden aangesloten waar bij de Input-Setting voor in-A op GUITAR/LINE ingesteld moet worden.
Voor andere blaas- en strijkinstrumenten kan de ingebouwde microfoon mic-A aan de voorkant van de Tascam gebruikt worden. Hier voor moet de Input-Setting voor in-A dan op INT.MIC A (Low, Mid, High) ingesteld zijn.
Het is voor de Tuner functie niet belangrijk in welke stand de Oranje niveauregelaar voor INPUT A staat.

Als je nu op het muziekinstrument een noot speelt zie je in het scherm een blokje op een balk met daar boven de letter van de toon die de Tascam registreert. Als de toon niet helemaal zuiver is zal het blokje bij te laag klinken iets links van het midden staan. Als de noot iets te hoog klinkt staat het blokje iets rechts van het midden.
Stem je instrument nu net zo lang tot dat het blokje precies in het midden van de balk staat en doe dit ook voor alle andere muziekinstrumenten die mee doen.

Druk op de knop onder BACK om de Tuner weer te verlaten en naar het HOME scherm te gaan.